Hyperconverged infrastructuur: van diversiteit naar uniformiteit

De uitdagingen waar de hedendaagse IT manager voor staat zijn enorm. De business vraagt om steeds meer capaciteit, flexibiliteit en hogere beschikbaarheid. Echter het budget van de IT manager neemt elk jaar af of blijft hooguit gelijk.

Met conventionele infrastructuren kan de IT afdeling niet meer voldoen aan de hedendaagse eisen van de business en komt het budget steeds meer onder druk. Deze infrastructuren zijn star, niet wendbaar, moeilijk uitbreidbaar, vragen hoge initiële investeringen en zijn vooral duur in onderhoud en beheer. Dit komt onder meer omdat de conventionele infrastructuren uitgaan van verschillende bouwblokken voor de verschillende functionaliteiten (compute, opslag en netwerk). Deze bouwblokken zijn in meer of mindere mate geïntegreerd met elkaar. Uitbreiding van capaciteit betekent vaak uitbreiding van meerdere bouwblokken omdat de capaciteit niet lineair schaalbaar is. Toevoegen van een bouwblok, betekent vaak ook uitbreiding van één of meerdere andere bouwblokken om het bouwblok daadwerkelijk toe te kunnen voegen. Daarbij komt dat bouwblokken vaak een limiet hebben. Hierdoor is uitbreiden niet meer mogelijk of slechts mogelijk door hoge extra investeringen.

De huidige behoefte vergt een oplossing waarbij volledige lineaire en onbeperkte schaalbaarheid mogelijk is voor alle benodigde basisfunctionaliteit door middel van precies één generiek bouwblok die zowel compute, opslag als netwerk levert (hyperconverged infrastructuur). Het is niet relevant op welke locatie dit bouwblok zich bevindt. Extra capaciteit wordt verkregen door het eenvoudig plaatsen van een extra bouwblok, daar waar de capaciteit nodig is. Hierbij maakt dit bouwblok meteen onderdeel uit van de globale infrastructuur, waarbij elk bouwblok centraal beheerd wordt, onafhankelijk van de locatie.

Wat bereikt de IT manager hiermee?

  1. Een hoge mate van flexibiliteit en schaalbaarheid.
  2. Een hoge beschikbaarheid met korte responsetijden. Reparatie is niet meer dan het vervangen van een generiek bouwblok.
  3. Locatie speelt geen rol meer. Capaciteit wordt daar neergezet waar dit mogelijk is, met behoud van centraal beheer.
  4. Eenvoudige realisatie van backup en uitwijk. Het is eenvoudig op een andere locatie een backup of uitwijk voorziening te realiseren op basis van dezelfde generieke bouwblokken.
  5. Dit alles tegen aanmerkelijk lagere kosten omdat gewerkt wordt met één generiek bouwblok met alle basisfunctionaliteit. Dit betekent optimale integratie en afstemming van de verschillende componenten binnen het bouwblok. De beheerlasten worden drastisch verlaagd omdat er nog maar één generiek bouwblok te beheren is, waarbij de locatie niet uitmaakt. Centralisatie van een decentrale infrastructuur is hierdoor eenvoudig.

Een hyperconverged infrastructuur biedt het generieke bouwblok waarmee dit allemaal mogelijk is. Dit bouwblok bevat reken-, opslag- en netwerkcapaciteit. Daarnaast is dit bouwblok lineair schaalbaar. Het rekencentrum van de toekomst bestaat niet uit diversiteit, maar uit uniformiteit.

De toekomst start vandaag. Gaat u mee?

14 april 2015
Ronald van Vugt